Bron: Zoom.nl-Eline Sips
Snelheid kan je bevriezen of juist laten vervagen door de bewegingsonscherpte. Wil je een combinatie van die twee? Dan biedt panning de uitkomst.
Wat is panning?
Bij panning volg je een bewegend onderwerp met je camera. Door een iets langere sluitertijd te gebruiken, zoals 1/50e of 1/25e, en mee te bewegen met het bewegende element, vervaag je de achtergrond maar behoud je de scherpte op het onderwerp. Door de beweging van de camera wordt het onderwerp telkens op dezelfde plek op de sensor afgebeeld, terwijl de achtergrond door de bewegingsonscherpte vervaagt. De techniek wordt vooral gebruikt door motorsport fotografen die met extreem hoge snelheden te maken krijgen. Ze gebruiken panning om niet alleen statische beelden aan te leveren, maar vooral om de snelheid inzichtelijk te maken voor de kijker.
foto: rvphotos
Hoe pas je panning toe?
Controleer allereerst je stabilisatie. Sommige camera’s en objectieven hebben een speciale stabilisatie voor panning. Kleine schokjes worden dan gecorrigeerd, maar de algehele vloeiende beweging niet. Om de draai soepel te laten verlopen, vinden sommige fotografen het handig om een monopod te gebruiken. Hiermee kan je de verticale beweging grotendeels elimineren en snel en soepel op één poot draaien. Anderen maken de draai vanuit de heupen, met de knieën een klein beetje gebogen.
Vervolgens is het belangrijk om de juiste instellingen te bepalen. Dat is lastig, want het is zowel afhankelijk van de hoeveelheid beschikbaar licht, de snelheid van het onderwerp en de lengte van ‘de draai’. Het werkt meestal het beste om hiermee ter plekke te experimenteren. Begin bijvoorbeeld met een sluitertijd van 1/30e en oefen een paar keer de beweging. Is het onderwerp onscherp? Dan kan je nog langer oefenen met je draai, of toch de sluitertijd verkorten. Merk je dat het onderwerp verschillende keren achter elkaar scherp is? Dan kan je de sluitertijd nog iets verlengen om meer achtergrondonscherpte te creëren. Ook de focustechniek is erg afhankelijk van je eigen voorkeur. Het kiezen van een vast autofocuspunt, op de plek waar het onderwerp op de sensor wordt afgebeeld, werkt vaak het eenvoudigst, maar veel fotografen stellen ook handmatig scherp.
Als je weet dat je instellingen kloppen, dan is het een kwestie van goed timen. Het werkt dus het beste als je op een punt staat waar regelmatig een onderwerp voorbij komt, zoals langs een motorcrossparcours of langs een drukke weg. De mooiste achtergrondonscherpte krijg je wanneer je eerst begint met de draai, dan de sluiter indrukt, de foto maakt, de sluiter sluit en dan de draai afmaakt. Je bent dus langer aan het draaien dan de gekozen sluitertijd. Je zorgt er hiermee voor dat je zelf al ‘op snelheid’ bent en een constante snelheid behoudt in de tijd dat de sluiter open staat.
foto: marcokniesfotografie
De uitdaging
Probeer deze techniek eens uit in de praktijk. Als je nog nooit met panning hebt gewerkt, dan is het slim om eerst een voor de hand liggende locatie op te zoeken, zoals een motorsportparcours. Als je de techniek een beetje beheerst, zet het dan in voor minder ‘standaard-onderwerpen’. Beweging vind je namelijk overal, dus je kan de techniek ook voor heel veel onderwerpen gebruiken. Fotografeer je hond op volle snelheid, geef jezelf een uitdaging in de avond op de kermis of kies voor een ander type sport waarbij de beweging wat afwisselender is.
Upload je resultaat op Zoom.nl met de tag ‘expertuitdagingpanning’ zodat wij ook van je werk kunnen meegenieten!