Bron: Digifoto-starter
Je kunt je camera op automatisch (P of Auto) zetten; de camera kiest automatisch alle instellingen. Gemakkelijk en snel, maar zelf heb je weinig controle over het eindresultaat. Het tegenovergestelde is M, manual, waarbij je alle belichtingsinstellingen zelf, met de hand maakt. Daartussen heb je sluitertijd- of diafragma-voorkeuze. Halfautomatisch, of half manueel, net hoe je het bekijkt.
Diafragma-voorkeuze
In diafragmaprioriteit (Av of A op het wieltje) stel je zelf de diafragmaopening in. De camera kiest daar, met behulp van de belichtingsmeter, de juiste sluitertijd en ISO bij (mits je de camera op auto ISO hebt ingesteld). Met het diafragma bepaal je hoeveel licht er door de ‘iris’ op de sensor valt. Het diafragma, en hoeveel licht deze doorlaat, is vooral van invloed op de scherptediepte van je foto. Bij een kleine scherptediepte is een klein gedeelte scherp, de voor- en achtergrond worden onscherp of wazig. Bij een grote scherptediepte is juist een groot gedeelte van de foto scherp. Hoe groter de diafragmaopening (dat betekent een klein f/getal in je instellingen), hoe kleiner de scherptediepte.
Wanneer is diafragma-voorkeuze het best inzetbaar?
Diafragmaprioriteit kun je dus het beste kiezen wanneer je invloed wil uitoefenen op de scherptediepte. Eén genre waarbij dat veel voorkomt, is portretfotografie. Misschien wil je het model lostrekken van de achtergrond, door deze grotendeels onscherp te maken. Dat komt veel voor in portretten. In dat geval kies je een grote diafragmaopening, de camera kiest de overige instellingen. Maar misschien wil je juist de omgeving laten zien, omdat deze iets over de persoon vertelt. Dat kan ook, je knijpt het diafragma dan iets meer dicht. Dat doen de meeste fotografen ook wanneer ze landschappen fotograferen. Vaak is het doel om zoveel mogelijk scherp te hebben, dus een grote scherptediepte. Een diafragma van f/16 of f/22 kan gewenst zijn. Denk eraan dat je, als er weinig licht is, een relatief grote diafragmaopening zult moeten kiezen. De camera leest de belichtingsmeter immers af en kiest daar de juiste ISO en sluitertijd bij, maar bij weinig licht zou het kunnen zijn dat de sluitertijd te lang is en bewegingsonscherpte ontstaat. Controleer dus je foto’s en vergroot eventueel de diafragmaopening bij weinig licht.
Sluitertijd-voorkeuze
Sluiterprioriteit werkt in principe hetzelfde als diafragmaprioriteit, alleen houd je in dit geval zelf de controle over de sluitertijd. De camera kiest daarbij de andere belichtingsinstellingen, namelijk de diafragmaopening en de ISO (mits op auto ISO). Met de sluitertijd wordt bepaald hoe lang er licht op de sensor valt. Hoe langer, hoe meer licht. Maar, bij een (te) lange sluitertijd, kun je kleine bewegingen in de camera of het onderwerp gaan zien. Hierdoor ontstaat bewegingsonscherpte. Dit kan een gewenst effect zijn, en is één van de redenen om voor sluiterprioriteit te kiezen.
Wanneer is sluitertijd-voorkeuze het best inzetbaar?
Er zijn twee kanten die je met de sluitertijd, of sluiterprioriteit, op kunt. Je kunt de sluitertijd kort zetten, waarmee je beweging bevriest. Hoe lang je de sluitertijd daarvoor moet zetten in afhankelijk van de brandpuntsafstand van je objectief, maar bij een sluitertijd van bijvoorbeeld 1/500 zit je vaak goed. Hiermee kun je druppels bevriezen, bijvoorbeeld wanneer je iets in een bak water laat vallen. Maar, je kunt sluiterprioriteit ook gebruiken om juist bewegingsonscherpte te creëren. Bijvoorbeeld een waterval, waar je het water als een melkachtige massa wil laten zien. Met een lange sluitertijd, en de camera op statief om de rest van de foto scherp te houden, kun je dit doen. Of om met licht te tekenen, of panning, waarbij je de camera meebeweegt met een bewegend onderwerp. Voor al deze toepassingen is sluiterprioriteit fijn, want de camera zorgt ervoor dat de belichting van je foto goed wordt.
Met beide ‘prioriteiten’ kun je je foto creatief invullen hoe jij het wil. Met wat hulp van de camera, zodat je meer tijd hebt om bijvoorbeeld aan je compositie te besteden. Het gebruik van sluiterprioriteit of diafragmaprioriteit is dan ook zeker geen zwaktebod; veel professionals, zoals sportfotografen, wildlife fotografen of portretfotografen maken hier gebruik van. Probeer het eens.