10 tips voor het maken van betere afdrukken

Source: Photofacts-Hans Frederiks

Hoewel foto’s tegenwoordig voornamelijk worden bekeken op een scherm of een schermpje, is een afdruk het mooiste doel van een foto. Een mooie afdruk, al dan niet ingelijst aan de muur. Of beter nog, een afdruk die in beperkte oplage wordt verkocht, door jezelf of door een galerie. Ja echt, het doel van je mooiste foto is een mooie afdruk.

Toch vallen die afdrukken vaak tegen. Ze zijn te donker, ze hebben een kleurzweem, of ze zijn te donker én hebben een kleurzweem. Allemaal problemen die te maken hebben met het niet op orde hebben van je kleurmanagement.

1. Een goed beeldscherm als uitgangspunt

Het beeldscherm is misschien wel de belangrijkste schakel in die ‘workflow’ van opname tot aan een afdruk. Ik ga er vanuit dat je in RAW fotografeert. Je ‘ontwikkelt’ de foto visueel, je kijkt naar het beeldscherm en aan de hand van wat je ziet, doe je aanpassingen. Dan is het cruciaal dat je een goed en goed af te regelen beeldscherm hebt.

Beknibbel niet op de kwaliteit van je beeldscherm. Het is prettig om in de donkere en lichte partijen nog detail te kunnen zien en ook de kleuromvang van het beeldscherm – de hoeveelheid kleuren die je beeldscherm kan laten zien – is belangrijk. Des te meer kleuren je kunt zien, des te beter je ze kunt corrigeren.

Je komt dan automatisch uit bij de wat duurdere merken, Eizo, NEC of LaCie. Voor een fotograaf die perfecte kleuren wil in zijn afdrukken een investering die de moeite zeker waard is.

2. Kalibreer je beeldscherm

Met een goed beeldscherm ben je er nog niet. De moderne LCD-schermen staan standaard veel te helder. Dat ziet er mooi uit, maar voor het maken van een afdruk staat de helderheid meestal veel te hoog. Ook de kleurtemperatuur waarop het scherm is afgeregeld is belangrijk. Daarnaast moet het systeem waarmee je werkt – Windows of MacOS X – weten hoe je beeldscherm is afgeregeld.

Daarom zul je je scherm moeten kalibreren. Je hoeft daarvoor echt niet de duurste kalibrator te kopen. Kijk naar een oplossing van X-Rite of DataColor, voor zo’n 100 euro moet je klaar zijn. Na het afregelen van je scherm maakt de kalibratiesoftware een beeldschermprofiel en bewaart dat op een plek waar je besturingssysteem, Photoshop en Lightroom dat kunnen vinden.

Tip2

3. Photoshop instellen

Photoshop weet dankzij het beeldschermprofiel hoe het beeldscherm is afgeregeld, maar weet jij eigenlijk wel hoe de kleurmanagementinstellingen van Photoshop staan ingesteld? Bij heel veel Photoshop-gebruikers staan de kleurmanagementinstellingen op die van Amerika (Noord-Amerika-Prepress), wat vooral van belang is als je kleurscheidingen naar CMYK wil maken (daar moeten ze dus niet op staan).

De instelling voor RGB is voor jou als fotograaf veel belangrijker. In het menu Bewerken in Photoshop vind je het onderdeel Kleurinstellingen. Photoshop biedt je in deze dialoog diverse mogelijkheden aan bij Instellingen.

Helaas vind je hier geen keuze specifiek voor fotografen, wel voor ontwerpers en webdesigners. Je zult dus zelf moeten kiezen welke werkruimte je voor RGB instelt. De grootste kleurruimte is ProPhoto RGB, die, als je met RAW-bestanden werkt, de kleurruimte is waarin je je foto’s het beste kan bewerken. sRGB is de kleinste kleurruimte en absoluut af te raden om daarin je foto’s te gaan bewerken.

Tip3 photoshop instellingen

4. Werk met printerprofielen

De andere belangrijke variabele naast je beeldscherm is je printer. Er zijn talloze verschillende soorten papier: papier van de fabrikant van je printer, maar ook van andere fabrikanten, die misschien net de papiersoort maken waarop jij vindt dat de foto het mooist uitkomt.

Om op een dergelijk papier goed te kunnen printen zul je een printerprofiel moeten hebben, dat bij jouw printer en dat specifieke papier hoort. Voor de meest gangbare fotoprinters maken die fabrikanten printerprofielen. Kijk dus eerst, voordat je met een papier van een andere fabrikant aan de gang gaat, of er een profiel voor dat papier voor jouw printer te downloaden is. Meestal legt die fabrikant ook uit hoe je de printerdriver moet instellen.

Als je printerprofielen van een papiersoort, zelf, handmatig op de goede plek in het besturingssysteem moet zetten, zodat de kleurmanagement software ze kan vinden, moet je weten wel waar die profielen thuishoren.

Onder Mac OS X is het pad als volgt:
/Bibliotheek/ColorSync/Profile

Als je geen administratieve rechten op de Mac hebt is het pad als volgt:
/Gebruikers//Bibliotheek/ColorSync/Profiles

Bij Windows 7, Vista en XP is het pad als volgt:
Windows/system32/spool/drivers/color

Tip4

5. Maak je eigen printerprofielen

Een stap verder dan werken met profielen van een fabrikant is zelf printerprofielen maken voor je eigen printer. Je wilt afdrukken op dat speciale, mooie papier waarvoor geen profiel te vinden is. Het enige dat er dan op zit is zelf een profiel te maken.

Dat is niet ingewikkeld, maar je zult er wel apparatuur en software voor moeten hebben. Een goede en goedkope oplossing, waarmee je zowel een beeldscherm kan kalibreren en printerprofielen kan maken is de ColorMunki Photo van X-Rite.

6. Voorkom donkere afdrukken

De meest gehoorde klacht is: mijn afdruk is te donker. Of beter gezegd: je vindt de afdruk te donker. Er is een aantal redenen die er voor kunnen zorgen dat de indruk bestaat dat de afdruk te donker is. Het gaat om het verschil tussen het licht dat je beeldscherm uitstraalt en het licht waaronder je de afdruk bekijkt.

Als je beeldscherm heel helder, misschien veel te helder, staat afgesteld, dan zijn de afdrukken gegarandeerd te donker. Je bekijkt de afdrukken waarschijnlijk onder veel gedempter licht. Het ligt er aan onder welk licht je de afdrukken bekijkt. Fel zonlicht? Niet zo fel kunstlicht? Bij fel zonlicht ziet die print er heel anders uit dan onder kunstlicht.

Stel eerst je beeldscherm bij het kalibreren eens minder helder af. Kijk dan nog eens naar de foto in Photoshop of Lightroom. Misschien moet je hem nu wel wat lichter zetten. Ga eens na onder welk licht je een foto beoordeelt. Dat moet eigenlijk dezelfde lichtintensiteit hebben als dat van het beeldscherm.

7. Stel ook Lightroom goed in

In een online hulpdocument van Adobe staat te lezen dat we ons niet druk moeten maken hoe Lightroom intern de kleurmanagementzaken op orde houdt, Lightroom regelt het allemaal voor ons. Dat is mooi, maar toch zul je op een of ander moment in Lightroom met kleurmanagement aan de gang moeten.

Hoe Lightroom intern de boel op orde houdt, doet er dan misschien niet toe, zolang je zelf de kleurmanagement op orde houdt met in- en uitvoerprofielen, dan gaat het allemaal goed. Het interne kleurmodel van Lightroom is ProPhoto RGB.

Als het Photoshop-, TIFF- of JPEG-bestand dat je importeert in Lightroom een invoerprofiel heeft, dan houdt Lightroom daar rekening mee en vertaalt het naar ProPhoto RGB. Heeft een dergelijk bestand geen ingesloten profiel, dan gaat Lightroom er vanuit dat het een sRGB-bestand betreft. Zorg dus dat je bestanden die je importeert een ingesloten kleurprofiel hebben. In je camera kan je meestal kiezen tussen sRGB en AdobeRGB.

Een RAW-bestand wordt aan de hand van de cameraprofielen van Lightroom omgezet naar ProPhoto RGB.

8. Werk met elektronische proef (Lightroom)

Lightroom kan je helpen om met behulp van een Elektronische proef (soft proof) op het beeldscherm in de foto te laten zien, welke kleuren de printer met het gekozen papier niet kan printen omdat ze buiten het kleurbereik van de printer vallen en welke kleuren van de foto het beeldscherm niet kan laten zien, omdat ze buiten het kleurbereik van het beeldscherm vallen.

De Elektronische proef zet je aan in de module Ontwikkelen. Onderaan in de werkbalk zie je Elektronische proef. (Zie je de werkbalk niet, toets dan T.) Vink Elektronische proef aan om er mee te gaan werken. (Dat kan ook door in de module Ontwikkelen S te toetsen.) Nu kun je, aan de hand van wat je op het beeldscherm ziet, het beeld corrigeren. Lightroom maakt dan automatische een virtuele kopie.

9. Kies ook een kleurprofiel in Lightroom

De instellingen voor afdrukken verschillen natuurlijk per printer, maar het belangrijkste onderdeel – kleurmanagement – is altijd hetzelfde: je print naar een specifieke printer/papier-combinatie. Voor die combinatie heb je een printerprofiel nodig. Die profielen kunnen afkomstig zijn van de printerfabrikant, die ook papier levert.

Als in het deelvenster Afdruktaak Beheerd door printer nog gekozen is, zul je, om in Lightroom met kleurmanagement en met printerprofielen te kunnen werken, eerst een printerprofiel moeten kiezen. Kies daartoe bij Kleurbeheer, bij Profiel voor het profiel wat bij het papier hoort waarop je wil gaan printen.

10. Foto’s oplichten in Lightroom

Als je beeldscherm te helder staat zijn de afdrukken meestal te donker (zie punt 6). Als ze na het minder helder zetten van het scherm nog steeds te donker blijven, dan kun je in Lightroom nog een laatste noodgreep toepassen. Je kunt in het deelvenster Afdrukken Afdrukaanpassing aanvinken en gaan schuiven met de schuifregelaars Helderheid en Contrast.

Door Helderheid en Contrast naar rechts te schuiven wordt je print helderder en contrastrijker. Misschien precies wat je wilde. De juiste instellingen zul je met trial and error moeten uitproberen, want je ziet het resultaat pas als de print gemaakt is, maar als je voor een bepaalde papier/printer-combinatie de ideale instelling heb gevonden, kun je die meestal voor al je afdrukken toepassen.

Tip10

 

 

BewarenBewaren

Geef een reactie

error: Content is protected !!